Auteur: Lucas Ligtenberg
In mei 1940 werd Nederland overspoeld door een golf van zelfmoorden. Honderden mannen, vrouwen, vluchtelingen, joden, militairen, hoogleraren, directeuren, artsen, winkeljuffrouwen en kantoorbedienden besloten een toekomst onder Duits bewind niet af te wachten en maakten een eind aan hun leven. Menno ter Braak had zijn zelfmoord al in 1933 aangekondigd, maar toen hij op de dag van de capitulatie de daad bij het woord voegde, was hij niet de eerste en zeker niet de enige. Ook de arts Eduard Wiener, zijn vrouw en hun jongste zoon pleegden zelfmoord. Hun oudste zoon bedankte, want hij was verliefd. En zo waren er bijna vierhonderd mensen die in mei 1940 een einde aan hun leven maakten. Daarnaast waren er velen, onder wie Jacques Presser en Alfred Mozer, die een poging ondernamen. De grootste zelfmoordgolf in de Nederlandse geschiedenis is niet onbekend, maar in historisch onderzoek wel altijd onderbelicht gebleven. Wie waren deze mensen? Wat bewoog hen? Wie lieten ze achter? Lucas Ligtenbeg heeft de zelfmoordepidemie van mei 1940 voor het eerst systematisch onderzocht. Zijn boek maakt nog eens pijnlijk duidelijk hoe groot de chaos en paniek waren na de Duitse inval, hoe kolossaal de angst en ontreddering. Ligtenberg spoorde in de archieven driekwart van de gevallen op, las politieverslagen en afscheidsbrieven en sprak met nabestaanden. Zijn aangrijpende boek werpt licht op een kant van de oorlog die weinigen kennen.