Neem contact op 06 420 85 203 of info@h5mc.nl

De Nederlandse persvrijheid

De Nederlandse persvrijheid
november 7, 2016 Alex Lexmond

In Nederland zijn we gewend dat journalisten van verschillende soorten media, de vrijheid hebben om te publiceren wat ze denken en vinden. Dit noemen we persvrijheid. Wat deze persvrijheid inhoudt, staat vastgelegd in artikel 7 van de Nederlandse Grondwet. Maar hoe was dat in de Tweede Wereldoorlog? In hoeverre was er toen sprake van persvrijheid en wat betekende dit voor de Nederlandse journalisten?

Illegale pers WOII – foto: niod.nl

Pers vóór de Tweede Wereldoorlog

Voor de oorlog, in de jaren dertig, was Nederland een verzuilde samenleving. Mensen die katholiek zijn opgevoed, werken of lezen een katholieke krant. De liberalen gaan voor een liberaal dagblad en de socialisten kiezen voor een socialistische krant. Echte persvrijheid bestond toen nog niet. Als journalisten te radicale uitingen deden, dan werd hun een tijdelijk of een permanent verbod opgelegd. De politiek was erg kritisch tegenover de pers, omdat zij de rust en orde in de samenleving wilde behouden.

Illegale pers

WO2 illegalekranten - bron: entoen.nu

WOII illegale kranten – foto: entoen.nu

In de Tweede Wereldoorlog verandert de gehele Nederlandse pers voorgoed, met als gevolg dat er toen kranten zijn ontstaan die wij tot op de dag van vandaag in de winkel aantreffen. De verandering begon na de capitulatie van Nederland. Bijna meteen ontstond de Illegale pers, want de journalisten waren er al vanuit gegaan dat de nazi’s de Nederlandse pers zouden gaan beïnvloeden. Ongeveer 75 journalisten hebben ontslag genomen en zijn overgestapt naar de illegale pers. Illegale kranten waren in het eerste oorlogsjaar:

  • Het Parool (juli 1940)
  • Vrij Nederland (augustus 1940)
  • De Vonk van de CPN (oktober 1940)
  • De Waarheid (november 1940)

Gelijkschakeling van de Nederlandse pers

De Vonk – foto: wikipedia

Op het moment dat Duitsland officieel de macht krijgt in Nederland beginnen de veranderingen. Nederland moet zich aanpassen aan de werk- en denkwijze van het Duitse Nationaal Socialisme en dit betekende ook dat er een einde moest komen aan  de Nederlandse verzuiling. Op 16 mei 1940, een dag na de capitulatie, mogen de kranten niet meer schrijven over militaire aangelegenheden. De nazi’s starten de ‘gleichschaltung’: alle bestaande kranten en radio-omroepen moesten zich houden aan wat door de bezetter werd toegestaan. De Engelse en Amerikaanse nieuwsberichten mogen niet meer aan het Nederlandse volk worden doorgegeven en joodse werknemers worden meteen ontslagen. De nazi’s hebben de belangrijkste nieuwsbronnen voor alle Nederlandse kranten onder controle, en de pers valt vanaf 16 mei 1940 onder toezicht van de Presseabteilung van de Hauptabteilung Volksaufklarung und Propaganda. Geleidelijk aan wordt de pers in de oorlog verder aangepast, slechts een aantal kranten wordt meteen aangepakt, zoals de socialistische en de communistische pers, omdat hun visie werd gezien als de vijand van het Duitse nationaalsocialistische ideologie. De liberale en neutrale kranten worden redelijk met rust gelaten.

Betere arbeidsvoorwaarden

Vanaf mei 1941 wordt de perswetgeving verder aangescherpt: Joodse journalisten mogen niet meer werken in de pers en iedere journalist moet lid zijn van de Journalistenvereniging van de bezetter. De nazi’s beseften dat ze de Nederlandse journalisten nodig hadden en probeerden hen te paaien met bijvoorbeeld goede arbeidsvoorwaarden en salarissen. Voor veel journalisten was dit aanbod erg aantrekkelijk. Als journalist moest je dus wel sterk in je schoenen staan om daarvan af te zien. Vanuit de ideologie van het Duitse nationaalsocialisme kon ieder mens, van welke laag uit de bevolking dan ook, opklimmen naar een hoge functie, zolang er maar hard gewerkt werd. En zo gingen veel journalisten akkoord met het aanbod van de nazi’s en schreven zij over alledaagse gebeurtenissen.

De legale pers protesteert nauwelijks tegen de nieuwe perswetgeving uit 1941. In de loop van ‘40/’41 besluiten een aantal redacteuren om ontslag te nemen, maar de meerderheid van de journalisten bleef werken in dienst van de bezetter.

Bronnen: npogeschiedenis.nl / historiek.net / publications.niod.knaw.nl