De Marokkaanse soldaten die tegen de Duitsers meevochten werden Goumiers genoemd en zij vochten in Franse dienst. Zij vochten in de legereenheden die vooral bestonden uit Marokkaanse en andere Noord-Afrikaanse soldaten, vooral afkomstig uit het Atlasgebergte. Oorspronkelijk waren zij door de Fransen getraind als politieagenten om orde te houden tussen de bergvolken in Marokko.

Marokkaanse goumiers in Italië in 1944. Bron: vredeseducatie.nl

Het woord Goumiers komt van het woord ‘Goum’ en is afgeleid van het Arabische woord ‘qum’ dat groep of eenheid betekent. De meeste Goumiers in Marokko waren wees of boer of allebei. Volgens Saïd Ou Hamou, een Marokkaanse oorlogsveteraan en Goumier, werden veel gezinsleden in de dorpen gedood bij Franse bombardementen.

Heel veel kinderen verloren hun ouders en dus zat er vaak later niets anders op om soldaat (Goumier) te worden. Ook veel boeren werden soldaat, omdat op het platteland niet genoeg werk voor iedereen was.

De Goumiers stonden bekend om hun doorzettingsvermogen en hardheid. Amerikaanse en Britse soldaten hadden in het Engels een begrip om ‘de boel in de pan te hakken’. Zij zeiden dan: Let’s goum it’!