Na de bevrijding
Op 5 mei 1945 gaf de Duitse bezetter zich over. Behalve in Nederland werden ook in de koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen de bevrijding gevierd. De oorlog en de bevrijding van Nederland hebben ook op een andere wijze impact gehad op Suriname en de Antillen. Tijdens de oorlog was de behoefte naar onafhankelijkheid ontstaan bij zowel Suriname als de Antillen, omdat de politieke invloed van Nederland op beide landen was verminderd door de oorlog.
In Suriname was het gevoel naar onafhankelijkheid sterker dan op de Antillen. Dit kwam vanwege de economische groei in Suriname, ontstaan door de komst van de Amerikanen en de ontwikkelingen in de oorlogsindustrie door de verkoop van bauxiet; ook had Suriname een eigen leger.
Trouw aan Nederland
De Surinamers en de Antillianen bleven trouw aan Nederland en het koningshuis. De steun aan Nederland werd door het koningshuis beloond met een bezoek van Prinses Juliana en Prins Bernard aan Suriname en de Antillen tijdens de oorlog. Toenmalig koningin Wilhelmina was zich bewust van de gevoelens die er speelden en pleitte nog tijdens de oorlog voor een lossere band tussen Nederland en haar koloniën.
Uiteindelijk zou dit leiden tot de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 en een losse koninkrijksrelatie met Aruba, Curaçao en de overige Nederlandse Antillen.
Dit artikel is onderdeel van het artikel: “Suriname en de Antillen in de Tweede Wereldoorlog”