Gedurende de Tweede Wereldoorlog in Nederland is kamp Westerbork, door de Duitsers gebruikt als doorgangskamp. Meer dan 101.000 Nederlandse Joden zijn via dit kamp gedeporteerd naar de concentratie- en vernietigingskampen in Duitsland en Polen. Toch gaat de geschiedenis van Westerbork verder dan deze donkere bladzijde. Westerbork is namelijk niet door de Duitsers gesticht. Kamp Westerbork bestond al voor de oorlog. Het kamp werd in 1939 door de Nederlandse regering opgezet als opvangkamp voor Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk.
Het vluchtelingenprobleem in WOII
Toen in 1933 Adolf Hitler in Duitsland aan de macht kwam, werd het leven voor de Joden steeds moeilijker. Niet iedereen wachtte af wat er komen zou en vluchtte naar het buitenland, zoals naar Nederland. Na de Anschluss van Oostenrijk op 13 maart 1938 kregen ook de Oostenrijkse Joden te maken met de nazi-onderdrukking. Vooral na de Reichskristallnacht op 9 november 1938 waarbij veel Joodse winkels en huizen werden vernield, kwam een grote stroom vluchtelingen naar Nederland.
Tegenwoordig zijn veel mensen niet blij met de vluchtelingen die naar Nederland komen en in de jaren 30 was dat niet anders. Tot aan het begin van de oorlog werden 10.000 Duitse vluchtelingen toegelaten, anderen kwamen illegaal het land binnen. De Nederlandse regering was niet van plan voor de opvang van deze mensen geld uit te geven. Niet alleen Nederland had deze politiek. Vrijwel geen enkel land was nog bereid om meer Joden op te nemen en er ontstond een serieus vluchtelingenprobleem.
De vluchtelingen gingen van kamp naar kamp, hun koffers moesten constant gepakt staan. De vluchtelingenhulp werd hoofdzakelijk georganiseerd en gefinancierd door particulieren en het Comité voor Joodsche Vluchtelingen. De regering zag in dat het zo niet langer kon en meende de oplossing te zien in de bouw van een centraal vluchtelingenkamp. Het kabinet vond bij Drenthe een goede plek, waar bij Westerbork een flinke lap onontgonnen grond lag. De Joodse gemeenschap in Nederland was aanvankelijk niet zo blij met deze plek in Drenthe. Bovendien waren zij daarin niet eens gekend, terwijl zij wel voor de kosten moest opdraaien omdat de overheid weigerde geld uit te trekken voor vluchtelingen.
Vluchtelingenkamp Westerbork
Veel onzekerheden werden weggehaald toen men beloofde dat het kamp een dorp zou worden met mogelijkheden voor akker- en tuinbouw, veeteelt en kippenhouderij, voor een smederij, schoenmakerij en onderhoudswerkplaatsen. Bovendien zou er ook een synagoge komen en een school, waarbij het ministerie van Binnenlandse Zaken het beheer zou gaan voeren. In augustus 1939 begon men met de bouw van de barakken. Op 9 oktober 1939 kwamen de eerste 22 Joodse vluchtelingen in het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork aan.
Een van de eerste bewoners van het vluchtelingenkamp bij Westerbork was Werner Bloch. “Des te verder we kwamen, des te eenzamer werd het. Op een gegeven moment zag je alleen nog maar heidevelden. Af en toe bosjes. En waar uiteindelijk het vluchtelingenkamp zou komen, was een enorme grote vlakte waar alleen hei en zand zich bevonden en wat erg troosteloos was.”
Door de geïsoleerde ligging van het kamp waren de bewoners vooral op elkaar aangewezen. Aanvankelijk bleef het kamp dunbevolkt. Vanaf februari 1940 liep het aantal sneller op: eind april telde Westerbork al 749 vluchtelingen. Van alle beloften over scholing en ontspanning was maar weinig terechtgekomen. Steeds meer ervoeren de bewoners hun onderkomen als een concentratiekamp. Bovendien werd de onrust groter toen men besefte dat Westerbork wel erg dicht bij de Duitse grens lag.
Evacuatie kamp Westerbork
Als de Duitsers Nederland op 10 mei 1940 binnenvallen willen de Joodse vluchtelingen in Westerbork de ontwikkelingen niet afwachten. Zij wisten heel goed wat hen te wachten stond als de nazi’s het voor het zeggen hadden. Dat hadden sommige aan den lijve ondervonden in Duitsland zelf. Er was al een evacuatieplan opgesteld waarbij ze via Zeeland naar Engeland werden gebracht. Daarvan kwam in de chaos van de eerste oorlogsdagen evenwel niets terecht. De Nederlandse autoriteiten besloten na de mislukte evacuatie alle Joodse vluchtelingen in Westerbork onder te brengen.
Na de capitulatie was het beheer van kamp Westerbork nog niet in Duitse handen. Wel werd de leiding over het kamp van het ministerie van Binnenlandse Zaken overgenomen door het ministerie van Justitie, hierdoor werd er een strenger beleid gevoerd maar er werd nooit onmenselijk opgetreden tegen de kampbewoners. De Duitse bevelhebber in Nederland Arthur Seyss Inquart zei hierover: “Ik heb de indruk dat de Joden hier veel te humaan behandeld worden en dat, door de houding van de kampcommandant, de Joden zich zeer op hun gemak voelen. Het zou vóór alles noodzakelijk zijn, hier een andere kampcommandant aan te stellen.”
Uitbreiding kamp Westerbork
Vanaf februari 1942 werd er in opdracht van de Duitse bezetter druk gebouwd. Er werden 24 nieuwe barakken gebouwd door Nederlandse aannemers. Zij maakten gebruik van de kampbewoners als arbeidskracht. In juli 1942 verbleven er 1.100 vluchtelingen in het kamp. Men had echter een totaal aantal van 1.800 bewoners in gedachte, en dat aantal was dus niet bereikt. Daarom bleef de uitbreiding doorgaan. De kampbewoners wisten nog niet precies wat de reden van deze uitbreiding was. Kampbewoner Uri de Vries vertelt: “Er werd dus een langzamerhand een heel groot complex van barakken opgesteld. Op dat moment hadden we ons moeten afvragen wat er aan de hand was. Ik weet niet of wij naïef waren of dat ik het als jongen niet kon inzien. Wij hebben in elk geval niet nagedacht over het hoe en waarom van deze uitbreiding van het kamp. Dit werd ons echter ruim een half jaar later heel duidelijk.”
Bronnen: go2war2.nl / kampwesterbork.nl