Situatie na de Eerste Wereldoorlog
Je zou denken dat na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog heel Europa kalm was en in vrede leefde. De realiteit was anders; Europa werd bestookt door economische problemen en politieke onrusten.
Engeland bijvoorbeeld was bijna bankroet door de oorlog. Het geld was op. Qua politiek bleef er een dreiging uit het gewonde en verbitterde Duitsland dat verdeeld was, maar nog niet verslagen. In Rusland kwam het communisme op.
De Tsaar, de Russische keizer, zou met geweld aan zijn einde komen en niemand kon toen voorspellen wat dat voor de internationale politiek zou betekenen.
Frankrijk was geïsoleerd en angstig voor Duitsland en Amerika had zich van Europa afgekeerd.
Veel mensen dachten toen al dat de oorlog eigenlijk niet afgelopen was en dat de periode na 1919 een periode zou zijn tussen twee oorlogen in: Het Interbellum (in het Latijn betekent “inter” tussen en “bellum” betekent oorlog).
Tussen 1925 en 1929 was de situatie vrij stabiel. Dit veranderde na de ineenstorting van de beurs op Wall Street in Amerika in 1929; een economische wereldcrisis brak aan, die ook in Nederland grote gevolgen had.
De opkomst van het nationaal-socialisme, fascisme, communisme en de toenemende herbewapening leidden tot oplopende internationale spanning.
Vooral Duitsland was een bedreiging. De Duitse uitbreidingsdrift mondt in 1939 uit in de Tweede Wereldoorlog. Op 10 mei 1940, als de Duitsers Nederland binnenvallen, zal ook Nederland daarin betrokken worden.
Dit artikel is onderdeel van het artikel: “Hoe is de Tweede Wereldoorlog ontstaan?”