De auteur: Jan Hopman
De auteur beschrijft leven en rol van zijn tante Thea Hoogensteijn (1918-1956) die in de Tweede Wereldoorlog in 1942 typiste werd van de Zentralstelle fur judische Auswanderung in Amsterdam en later bij de SD werkte als secretaresse van Willy Lages. Na de oorlog werd ze doodgezwegen door de familie; pas veel later werd bekend dat ze samenwerkte met verzetsmensen als Piet Elias en Arend Japin, haar werk gebruikte voor het doorspelen van dossiers/info en het verdwijnen van persoonskaarten, waardoor velen gered konden worden. Zichzelf Jacob noemend, gaat de auteur op zoek naar de rol die zijn tante speelde en wat haar motiveerde. Het verslag van de zoektocht van de Nederlandse journalist (1943) naar de ware identiteit van zijn ‘foute’ tante komt traag op gang. Daarna beschrijft hij oprecht en indringend zijn zoektocht naar de ware identiteit van de tante die steeds meer moeite kreeg met de Duitse Holocaust en het verzet ging helpen. Daarbij is hij kritisch op haar, zijn familie en zichzelf. Met zwart-witfoto’s en bibliografie. Zwart-witte omslagfoto van Thea als baby met moeder, broers en zusjes. – Drs. Madelon de Swart