In de buurt van de mooie historische stad Krakau in Polen ligt het stadje Oswiecim. Dit stadje telt ongeveer 40.000 inwoners, maar de symbolische waarde van deze stad is immens. Jaarlijks komen hier vele toeristen naar een plek waar een traan gepaster is dan een lach. De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog komt hier op zijn meest gruwelijke wijze dichtbij. Even geen plaats voor heldenverhalen, maar vooral stilte.
Betekenis Auschwitz
Het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz werd opgericht door Nazi-Duitsland met als doel de vernietiging van voornamelijk het Joodse volk in Europa. Auschwitz staat niet op zichzelf, maar is één van de plekken in het Europa van de Tweede Wereldoorlog waar de nazi’s hun extreem racistische en fascistische ideeën in de praktijk brachten. De concentratie- en vernietigingskampen hadden niet alleen als doel om Joden, zigeuners, gehandicapten en homo’s de dood in te jagen. Ook politieke tegenstanders werden er op grondige wijze uit de weg geruimd. Als we het hebben over ‘nooit meer Auschwitz’ dan zullen we vooral waakzaam moeten zijn over wat de effecten kunnen zijn van discriminatie in de breedste zin van het woord.
De duistere betekenis van Auschwitz kreeg een gezicht bij de Wannsee-conferentie bij Berlijn op 20 januari 1942 toen daar gesproken werd over een definitieve oplossing en organisatie van het ‘Jodenvraagstuk’ (Endlösung).
Van concentratiekamp tot vernietigingskamp
In september 1939 hadden de nazi’s West-Polen ingelijfd bij het Duitse Rijk; binnen een paar weken probeerden zij het district Katowice, waar Auschwitz deel van uit maakte, te ‘germaniseren’ (etnisch te zuiveren). De stad Auschwitz werd een verzamelplaats voor Joden uit het hele district; in stegen in het oude centrum leefden Joden dicht opeen, geïsoleerd van de andere bewoners, onder streng toezicht van Duitse wachtposten.
Begin 1940 viel Himmlers oog op Auschwitz; op 14 juni 1940 ging Auschwitz van start als quarantaine- en doorgangskamp. De eerste Poolse gevangenen werden vooral ingezet om de oude, deels ommuurde Poolse legerkazerne geschikt te maken als concentratiekamp. Vanaf 1941/1942 groeide Auschwitz uit tot het grootste vernietigingskamp voor vooral Joden uit heel Europa.
Het kampcomplex Auschwitz bestond uit drie hoofdkampen:
- Auschwitz I
- Auschwitz-Birkenau(ook wel Auschwitz II genoemd)
- Auschwitz-Monowitz (Auschwitz III)
- plus 39 satellietwerkkampen.
Auschwitz I was het Stammlager en had vanaf het begin een erg grote ‘opnamecapaciteit (10.000 gevangenen). Auschwitz-Birkenau, het grote vernietigingskamp, lag eigenlijk in het dorpje Brzezinka, drie kilometer verderop. Auschwitz- Monowitz was het werkkamp, waar bedrijven als IG Farben en Krupp Stahl vestigingen hadden.
Deportatie Joden
Naar Auschwitz zijn in totaal ruim anderhalf miljoen mensen, voor het overgrote deel Joden, gedeporteerd. Bij benadering zijn 1,1 miljoen van hen direct na aankomst vergast of doodgeschoten. Ruim 200.000 mensen kwamen om door ziekten of honger of ze werden na korte tijd naar de gaskamers gestuurd. Van de ruim 150.000 gevangenen die Auschwitz hebben overleefd, zijn er vele duizenden alsnog gedood in andere concentratiekampen of vermoord dan wel bezweken tijdens de zogeheten dodenmarsen.
Het idee de Joden (maar ook Roma, gehandicapten en homo’s) uit de samenleving te zetten speelde al langer bij de nazi’s. Vervolging, deportaties en moordpartijen speelden al vanaf het moment dat de nazi’s in 1933 aan de macht kwamen. Ideeën die er al waren om een definitief einde te maken aan de aanwezigheid van Joden werden in augustus en september 1941 voor de nazi’s noodzakelijker toen de Duitse opmars in de Sovjet-Unie stagneerde. Het Rode Leger bood felle tegenstand.
In het najaar van 1941 begon Duitsland met de deportatie van Joden naar Polen. Het werd nu duidelijk dat de oorlogshandelingen niet toelieten dat Joden nog verder naar het oosten zouden worden verdreven. De getto’s in de door de Duitsers beheerste gebieden waren overbevolkt en niet in staat de uit het westen gedeporteerde Joden op te vangen. Er werd naar radicalere en meer definitieve oplossingen gezocht. De lokale initiatieven liepen parallel aan de wensen van Berlijn. In Chelmno, West-Polen, werd begonnen met het inrichten van een vernietigingskamp: een kamp uitsluitend bedoeld voor het doden van mensen. Tot in 1943 zouden hier meer dan 150.000 Joden – maar ook Roma – worden vermoord. Hier werd gebruikgemaakt van de ervaringen die met gehandicapten waren opgedaan. Nu werden de slachtoffers in vrachtwagens gedreven. De uitlaatgassen van de motoren in de afgesloten vrachtwagens zorgden binnen 20 minuten voor dood door verstikking. Dit waren de eerste stappen van de ‘totale oplossing’, de Endlösung, zoals de nazileiders die voor ogen stond.
De Endlösung
Op 12 december 1941 sprak Hitler in een vergadering met partijbestuurders over de Judenfrage. Zoals Goebbels in zijn dagboek noteerde, zei Hitler dat hij het probleem definitief wilde oplossen. Hij had de Joden immers voorspeld dat als ze weer een wereldoorlog zouden veroorzaken, ze daarbij hun eigen vernietiging dichterbij zouden brengen. De wereldoorlog was er en de vernietiging van het Joodse volk zou het gevolg moeten zijn, zo redeneerde Hitler. Het algemene toezicht op de Endlösung had Heinrich Himmler op zich genomen. De leiding over de uitvoering was opgedragen aan SS-officier en hoofd van de Reichssicherheitshauptamt (RSHA – de overkoepelende organisatie van de veiligheidsdiensten) Reinhard Heydrich. Hij en Adolph Eichmann, hoofd van de onderafdeling IV B 4 van het Reichssicherheitshauptamt (dit was een onderdeel van de Gestapo), waren verantwoordelijk voor de organisatie van de deportatie van Joden buiten het gebied van het Duitse Rijk en de Sovjet-Unie.
Op 20 januari 1942 vond aan de Wannsee bij Berlijn een conferentie plaats, waar Heydrich topfunctionarissen van ministeries en van bestuursorganen in het oosten inlichtte over de politiek tegenover de Joden. In de notulen was nog sprake van Endlösung en arbeid. In werkelijkheid werden de aanwezigen ingelicht over de noodzaak mee te werken aan de moord op alle Europese Joden. Heydrich, geassisteerd door Eichmann, sprak over de noodzaak de Joden te verwijderen. Ze zouden bijvoorbeeld in colonnes, terwijl ze in de wegenbouw werkten, verder naar het oosten worden gedreven. Velen zouden daarbij dan omkomen, en met de overlevenden zou korte metten worden gemaakt. In verband hiermee werden toen al ‘praktische ervaringen verzameld die met het oog op de komende oplossing van de Judenfrage van groot belang zijn’. Daarmee werden later te gebruiken moordmethoden bedoeld, zoals het doden met gas.
Bevrijding Auschwitz
De bevrijding van Auschwitz moet vooral gezien worden in het kader van de militaire verzwakking van Nazi-Duitsland: de enorme opmars van de geallieerden vanaf 1943, en in 1944 wanneer voornamelijk de Amerikanen en de Britten vanaf Normandië en Zuid-Europa komen opzetten en de Russen die de Duitsers op verpletterende wijze verslaan bij Stalingrad. De geallieerden hebben in september 1944 fabrieken rondom Auschwitz gebombardeerd en daar aanzienlijke schade aangericht. Een Sonderkommando (groepen gevangenen die onder dwang moesten meehelpen hun eigen moord en vernietiging te organiseren) moest vanaf oktober 1944 veel installaties demonteren en sporen van de misdaden uitwissen. De kuilen waarin lijken waren verbrand, werden leeggehaald, met aarde gevuld en met gras en beplanting bedekt. Ondanks het bombardement van september en ondanks de evacuatie en ontmanteling daarna, bleven de kampen tot aan het eind van de oorlog min of meer intact.
In november 1944, toen het Rode leger oprukte en Auschwitz naderde, vernietigden de nazi’s grote delen van de omvangrijke administratie van Auschwitz. Op 27 januari 1945 werd het kamp bevrijd – op dat moment waren er 1.000 niet begraven of verbrande lijken en ongeveer 7.500 – 8.000 gevangenen, bijna allemaal doodziek, in het kamp aanwezig. De laatste bewakers die waren achtergebleven, werden nog dezelfde dag door de Russische soldaten gedood.
Bronnen: auschwitz.nl / yadvashem.org / niod.nl / youtube.com