Auteur: Hannah van den Ende
In plaats van patiënten beter te maken leek het voor Joodse artsen ten tijde van de Tweede Wereldoorlog soms zinniger om ze zieker te maken, om daarmee deportatie te voorkomen. Dit boek toont de lotgevallen van deze Nederlandse artsen ten tijde van toenemende terreur. Morele dilemma’s en persoonlijke ervaringen komen aan bod, en ook vragen als: in hoeverre konden artsen vasthouden aan hun artsenidentiteit, en in hoeverre bleven zij trouw aan zichzelf en de eed van Hippocrates?
Hannah van den Ende is als medicus verbonden aan GGD Amsterdam. Ze deed als promovendus aan de Universiteit Maastricht onderzoek naar Joodse artsen in de Tweede Wereldoorlog.