Auteur: Tobias Schiff
“Men zou het als een zelfkwelling kunnen ervaren dat ik af en toe eens terugga naar Auschwitz-Birkenau, maar dat is het niet. Daar is de asse, daar is het graf van vader, moeder, zus en van een hondertal familieleden. En, het is een soort bevrijding: ik ga terug naar een plaats waar ik gewoond heb, als ik tenminste het woord “wonen” daarvoor mag gebruiken. Ik ga bewust terug, het is een deel van mijn leven, en eigenlijk ben ik daar zelfs nooit weggeweest.” Tobias Schiff, Toschek voor de vrienden, heeft de concentratiekampen van Hitler overleefd. Niet één, maar een hele reeks. Als jongen van 17 begon zijn tocht door de kampen, op zijn 20ste kwam hij eruit. Dankzij zijn jeugd, zijn schalkse humor, zijn slimme kneepjes, zijn branie, zijn moed, zijn overlevingsdrang, een flinke dosis geluk, zijn kennis van de Duitse taal, en omdat hij zelfs in het zwartste donker een klein lichtje zag branden. Dit boek is daarvan de ontroerende getuigenis.