Auteur: Corine Fonteijn
Twee jaar en zeven maanden zat Corine Fonteijn samen met haar moeder onder gedoken om te ontkomen aan de nazi’s. Wat niemand wist, was dat ze een dagboek had bijgehouden. In 2013 werd dat ontdekt in haar nalatenschap. De dichtbeschreven schriftjes en losse vellen geven een indringend verslag van het dagelijkse leven op de kleine, tochtige vliering waar ze leven, de voortdurende spanningen met het gezin dat hun onderdak biedt, haar liefde voor dieren en haar zucht naar vrijheid. 15 juli 1943: ‘Een diep gevoel van verlangen om in het vrije land te lopen onder de bomen, steeg in me op. O, als het nog eens waar wordt. Ik zou me haasten om niets verloren te laten gaan van die zalige vrijheid. Ik zal oneindig lang willen leven, om van de natuur te kunnen genieten.’ Corine Fonteijn werd 99 jaar. “Een schitterend monument op schrift dat Corine Fonteijn dik verdiend heeft.” Rudy Polak, Ronald Vles, voormalig bewindvoerders van Corine Fonteijn “…neemt een bijzondere plaats in tussen andere dagboeken in onderduik geschreven… Met scherp oog en onverbloemd de complexe relatie tussen onderduiker en onderduikgever blootgelegd… een belangrijke aanwinst in de literatuur over de Holocaust.” Annemiek Gringold, curator Joods Historisch Museum