Groeiende macht bij koloniën
Nadat Nederland zich op 14 mei 1940 had overgegeven aan Duitsland, moest de Nederlandse regering om veiligheidsredenen vluchten naar Engeland. Deze situatie had als gevolg dat de band tussen Nederland en haar koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen losser werd. De gouverneurs van Suriname en de Antillen kregen hierdoor steeds meer macht en traden vaker eigenhandig op.
Nieuwe maatregelen
In beide landen werden maatregelen aangekondigd zoals beperking van persvrijheid. Een andere belangrijke maatregel was de gevangenneming (internering) van mensen die door de staat als vijanden werden beschouwd. Dit betekende dat alle Duitsers (ook die tegen de nazi’s waren) werden opgepakt, maar ook Nederlanders met Duitse sympathieën en joden uit Duitsland. Deze mensen werden in kampen opgesloten.
Tegen de zin van vele voornamelijk creoolse Surinamers werden Duitse zendelingen opgepakt; deze zendelingen stonden juist bekend als goedwillend ten opzichte van de plaatselijke bevolking.
Omdat voor de kusten van de Antilliaanse eilanden en Suriname Duitse schepen aanwezig waren wilden de Surinaamse en de Antilliaanse gouverneurs de schepen innemen en de Duitse bemanning gevangen zetten. Vele bemanningsleden staken daarom hun schepen in brand. Vele schepen werden gered en alsnog ingenomen door de Nederlandse regering van Suriname en de Antillen.
De Goslar
Voor Paramaribo, de hoofdstad van Suriname, lag het Duitse schip de Goslar. Dat schip lag al voor de kust van Suriname sinds 1939 en de bemanning was vrij goed in de Surinaamse samenleving geïntegreerd.
Toen commissaris van politie Van Beek het schip op 10 mei 1940 had betreden om de bemanning te arresteren stak de bemanning een lek in het schip waardoor het schip begon te zinken.
Omdat het schip behouden moest blijven dachten de mensen in Suriname dat commissaris Van Beek dit opzettelijk liet gebeuren. Wellicht had hij pro-Duitse sympathieën. Dit is nooit bewezen.
Dit artikel is onderdeel van het artikel: “Suriname en de Antillen in de Tweede Wereldoorlog”