Neem contact op 06 420 85 203 of info@h5mc.nl

Monument in de Reinkenstraat

Monument in de Reinkenstraat
februari 2, 2018 Redactie

Foto: Dacostaschool

Locatie : De plaquette is aangebracht boven de ingang van de flat in de Reinkenstraat 19, 2517 CV te Den Haag.

Herdachte groepen : Vervolgden Nederland, Verzet Nederland

Tekst
De tekst op de plaquette luidt:

‘DE HERINNERING AAN DE DODEN
IS VOOR HEN EEN TWEEDE LEVEN

JEAN BARTOUT

OP 22 MAART 1943
WERDEN 24 JOODSE
MEDEBURGERS OP NR. 19
DOOR DE DUITSE BEZETTER
GEARRESTEERD.
ZIJ WERDEN
WEGGEVOERD NAAR
SOBIBOR EN
DAAR VERMOORD.’

Symboliek
Voor het ontwerp van de plaquette in de Reinkenstraat liet ontwerper Loek Bos zich leiden door het motief van het boodschappenbriefje. Dit stond symbool voor de vergankelijkheid van het leven. Het leven van 24 medemensen, weggegooid als een boodschappenlijstje.

De geschiedenis
Het monument in de Reinkenstraat herinnert de inwoners van Den Haag aan de razzia die de bezetter in de nacht van 22 op 23 maart 1943 in de Reinkenstraat gehouden heeft. In de flat op nummer 19 werden 24 joodse onderduikers aangetroffen. Zij werden op transport gesteld naar het Poolse vernietigingskamp Sobibor, waar zij om het leven zijn gebracht.

De namen van de 24 slachtoffers zijn: Johanna Arbouw, Joseph Isidoore Cohen, Abraham van Dam, Izak Fransman, Rachel-Fransman-van Lochem, Jacoba van Gelder, Clara Juliard Logher, Louis Koppel, Betsij Hendrina Koppel-Meijers, Martijn Koppel, Clara van Leeuwen-Rosenberg, Mietje Mogendorff-Meijer, Alex Podchlebnik, Mietje Pool-Cappel, Samuel Salzedo, Rebecca (Riekje) Sophia Salzedo, Abigael Salzedo-Querido, Jacob Verliebter, Rosa Verliebter-Schleyen, Aron de Vries, Victorine Esther de Vries-Jacobs, Israël Wijnberg, Fanny Wijnberg-Podchlebnik en Meijer Izak Wijnberg.

In de etage boven de winkel in de Reinkenstraat 19 heeft mevrouw Sara Maria (‘Mies’) Walbeehm vanaf 1941 tot de fatale inval in maart 1943 meer dan tachtig mensen (met name joden) verborgen gehouden voor de bezetter. Met de hulp van onder andere Adriana Groen (die om niet op te vallen de boodschappen in een andere wijk deed) is het ‘Mies’ gelukt om een toevluchtsoord te creëren voor tientallen joodse medeburgers.

De woning van Mies werd gebruikt als doorgangshuis. Vanuit het verzet kwamen steeds nieuwe verzoeken om mensen onder te brengen, maar Mies zei nooit ‘nee’ zodat haar woning overvol raakte. Toen verzetsvrouw Diet Eman op een dag bonkaarten kwam brengen, schrok zij van de situatie die ze in de flat aantrof: ‘Toen ik zag hoeveel mensen er waren, sloeg de angst me om het hart. Al die joden praatten en kwebbelden aan één stuk door […]. Of Mies het gevaar begreep, weet ik niet. Op een dag toen ik kwam om nog meer joden weg te halen, ontdekte ik dat ze zes nieuwe joden had opgenomen. Ze had zo’n groot hart, maar het werd wel steeds meer beangstigend.’

De ruimtes waren klein en de discipline streng. Toch was het dagelijks leven niet alleen kommer en kwel. Om de tijd door te komen werden door de onderduikers allerlei spelletjes bedacht. Sommigen hadden onderdak gezocht omdat zij aan de tewerkstelling wilden ontkomen; anderen hadden zich tegen betaling op de Weinreb-lijst laten plaatsen en hadden in afwachting van transport een tijdelijk onderkomen in de Reinkenstraat gevonden. Maar de meeste onderduikers zaten er enkel omdat zij jood waren.

Na een tip van een verrader rukte in de nacht van 22 op 23 maart 1943 ‘Kriminalsekretär’ Fritz Koch van het ‘Judenreferat IV B 4’ met een arrestatieploeg uit. Toen de Sicherheitsdienst het gebouw ‘Cornerhouse’ binnendrong, werden daar geen joden aangetroffen. Vervolgens werd een inval gedaan in de flat aan de overzijde van de Reinkenstraat. De bezetter trof hier 24 onderduikers aan, die samen met ‘Mies’ werden gearresteerd. Via doorgangskamp Westerbork belandden de onderduikers in het vernietigingskamp Sobibor in Polen, waar zij werden vergast. ‘Mies’ werd vanuit de Scheveningse strafgevangenis overgebracht naar het strafkamp Vught. In augustus 1944 werd ze vrijgelaten. Op 2 maart 1948 vertelde zij haar verhaal aan medewerkers van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), waarbij zij de namen van de afgevoerde joden zonder één fout opnoemde. Mevrouw Walbeehm overleed in 1981.

Bron: www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten